Het lijkt zo’n klein detail: de kleur en samenstelling van de voegen tussen je tegels. Maar geloof me, die voegen kunnen het verschil maken tussen ‘mwah’ en ‘wow’. Voegmortel is eigenlijk de stille held van je tegelwerk — en als je het verkeerd kiest, valt dat meteen op. Dus ja, tijd om dat serieus te nemen.
De basis van een perfecte voeg
Laten we eerlijk zijn: niemand staat te springen om te praten over voegmortel. Toch is het de lijm die alles letterlijk bij elkaar houdt. Of je nu kiest voor een subtiele grijstint of een opvallend contrast, de juiste voegmortel bepaalt niet alleen de uitstraling, maar ook de duurzaamheid van je vloer of muur. Te grof, te licht, te donker – elk detail telt.
Als je eenmaal een keuze maakt, denk dan niet alleen aan kleur, maar ook aan de omstandigheden. In een badkamer wil je bijvoorbeeld een waterdichte variant, terwijl in de woonkamer een flexibel type beter kan zijn. En let op: voegmortel droogt altijd iets lichter op dan je denkt. Dus kies met een beetje marge als je van donkere tonen houdt.
Ook handig: test eerst een klein stukje voordat je alles doet. Dat voorkomt dat je na uren werk beseft dat je voegen vloeken met je tegels. Niks frustrerender dan dat. Even testen bespaart je dus veel vloekmomenten.
De juiste kleur voor jouw tegels
Kleur is alles. Een warme zandkleur geeft je badkamer een spa-vibe, terwijl wit alles fris maakt. En grijs? Dat is de alleskunner die zich overal thuis voelt. Hier komt WS Products in beeld – zij hebben een enorm aanbod aan kleurvarianten waarmee je eindeloos kunt combineren tot je dé match vindt.
Wat veel mensen niet weten, is dat lichtinval een enorme invloed heeft op hoe je voeg eruitziet. In kunstlicht lijkt een voeg vaak donkerder dan in daglicht. Hou daar dus rekening mee, vooral bij grote ruimtes of keukens met veel glas. Een tip: bekijk stalen op verschillende momenten van de dag.
En als je durft, kun je juist spelen met contrast. Denk aan zwarte voegen bij witte tegels of andersom. Dat geeft een grafische look die echt statement-waardig is. Durf dus een beetje buiten de lijntjes te voegen – letterlijk.
Samenstelling: cement, epoxy of iets daartussen
Oké, je hebt de kleur gekozen. Nu komt het serieuze werk: de samenstelling. Cementgebonden mortel is de klassieker – makkelijk te verwerken, betaalbaar en geschikt voor de meeste toepassingen. Maar voor vochtige ruimtes is epoxyvoegmortel de sterspeler. Die is supersterk, waterafstotend en schimmelwerend. Ideaal dus voor douches en keukens.
Er bestaan ook hybride varianten die het beste van beide werelden combineren. Die zijn iets duurder, maar makkelijker schoon te houden en slijtvast. Zeker het overwegen waard als je geen zin hebt om elk jaar te poetsen met een tandenborstel tussen je tegels.
Let ook op de korrelgrootte: hoe fijner de voeg, hoe strakker het eindresultaat. Bij grote vloertegels werkt een bredere voeg juist beter om kleine maatafwijkingen op te vangen.
Tips om professioneel te voegen
Voegen is een kunstje dat je met een beetje geduld echt zelf kunt leren. De gouden regel: werk schoon en snel. Zodra de mortel begint op te drogen, is verwijderen van overtollig materiaal een ramp. Dus werk in kleine stukken en gebruik direct een vochtige spons.
Wil je dat de voegen mooi egaal drogen? Zet dan geen ramen of deuren open tijdens het voegen. Te veel tocht of zonlicht kan kleurverschil veroorzaken. En geloof me, dat zie je.
Tot slot: neem de tijd. Voegwerk bepaalt de hele uitstraling van je tegelproject. Zie het niet als ‘de laatste stap’, maar als het detail dat alles afmaakt. Want ja, voegen zijn net de eyeliner van je badkamer: subtiel, maar ze maken of breken het geheel.

